Portfolio

School voor Journalistiek, jaar 3

Specialisatiesemester Burger, Politiek en Maatschappij – september 2020 tot januari 2021

Grote productie: We moeten ons zorgen maken over het gebrek aan politieke interesse bij jongvolwassenen in Nederland

Wen Xin van der Linden | 21 januari 2021 | Burger, politiek en maatschappij

Link naar Sway: We moeten ons zorgen maken over het gebrek aan politieke interesse bij jongvolwassenen in Nederland


Column: “Oost west, mijn oude huis was toch het best”

Wen Xin van der Linden | 28 oktober 2020 | Burger, politiek en maatschappij

Mijn ‘nieuwe’ slaapkamer in Amersfoort. Foto: Anneke Holman

Nog steeds word ik ’s ochtends regelmatig wakker met het gevoel dat ik in Haarlem ben. In een korte flits zie ik ‘mijn’ blauw geschilderde muur, het witte plafond en de grijze boekenplank waar mijn fotoboeken op gepresenteerd staan voor me. Mijn oude vertrouwde uitzicht vanuit mijn bed. Dan zeg ik enigszins bedroefd tegen mezelf dat ik daar écht niet meer woon. Blijkbaar kan mijn onderbewustzijn die beelden niet zomaar vergeten.

Verhuizen, dat doen we allemaal wel een keer. In 2019 zijn er maar liefst 1.023.747 mensen verhuisd binnen de eigen gemeente en 75.522 mensen naar een andere gemeente volgens het CBS. Zou je zo’n life-event ook aangaan vlak voor een crisis?

Ja, blijkbaar wel, althans mijn ouders. Met goede moed ben ik mee verhuisd naar Amersfoort. Op een frisse dinsdagochtend hebben we de huisdeur in Haarlem dichtgetrokken. Niet-wetend dat er twee weken later een pandemie zou uitbreken en de regering een ‘intelligente lockdown’ afkondigde. Geen lessen meer op school, en ook geen evenementen en andere bijeenkomsten meer. Ik kon geen nieuw netwerk opbouwen in Amersfoort zoals ik dat voor mij zag. In plaats daarvan zat ik, net als de rest van Nederland, binnen in huis. En dat in een onbekende stad.

“Ik zou nu liever thuis zijn waar ik altijd al woonde dan deze nieuwe uitdaging aan zijn gegaan.”

Zat ik eerst nog in de verhuischaos fanatiek na te denken hoe ik mijn slaapkamer zou gaan inrichten en wie van mijn vriendinnen mijn nieuwe plek als eerste zou gaan zien. Toen kwam voor mijn gevoel al ‘de intelligente lockdown.’ Vriendinnen uitnodigen, daarvoor was het (voorlopig) te laat. Het was wel even lastig om mij daarbij neer te leggen.

Nu, ruim een halfjaar later, vraag ik me af hoe mijn leven in ‘coronatijd’ zou zijn geweest als ik nog in Haarlem woonde.

“Zou ik mijn ‘Haarlemse’ vriendinnen dan vaker in real life hebben kunnen zien, in plaats van elkaar te zien via een videocall?” Ja, ik denk het wel.

“Zou ik mij in Haarlem dan wat minder alleen hebben gevoeld?” Behalve mijn zusje ken ik nog steeds geen leeftijdsgenoten in de buurt. Daardoor voel ik me soms wel wat eenzaam hier. Dat zit me zo nu en dan een beetje dwars. Mensen leren kennen gebeurt nu eigenlijk alleen online.

“Zou een nieuwe stad leren kennen makkelijker zijn geweest zonder deze crisis?”

Ik verwacht van wel, alleen ben ik in Nederland nog nooit eerder verhuisd.

Ja, nu zou ik liever thuis zijn in plaats van deze nieuwe uitdaging zijn aangegaan. Bij mijn eigen blauw geschilderde muur en grijze boekenplank. Daar waar ik altijd al tegen aankeek. Alhoewel, als wij als mensen de toekomst zouden kunnen voorspellen, zouden we heel veel kunnen uitstellen of besluiten iets niet te doen. Het is maar goed dat we die gave niet hebben.


Datavisualisatie: “Het heeft nu niet zoveel zin om een bedrijf failliet te laten verklaren, dan zit de huureigenaar met een leeg pand.”

Wen Xin van der Linden | 26 oktober 2020 | Burger, politiek en maatschappij

Leegstaan winkelpand dat te huur is bij winkelcentrum De Nieuwe Hof in Amersfoort. Foto: Wen Xin van der Linden

We zitten inmiddels ruim een halfjaar in de coronacrisis. Wat zeggen de cijfers over het aantal faillissementen van bedrijven en instellingen in Nederland in vergelijking met de cijfers van 2019? “We zitten in de diepste recessie in vredestijd, het is raar dat je het aantal faillissementen ziet dalen. Er duidelijk iets aan de hand.”

Als we de eerste drie kwartalen met elkaar vergelijken, blijkt het dat er meer faillissementen in 2019 waren dan in 2020.

Minder faillissementen dit jaar

In de eerste drie kwartalen van 2020 is, in vergelijking met de eerste drie kwartalen van 2019, het aantal faillissementen lager. Econoom en journalist Mathijs Bouman denkt dat het aantal faillissementen in de afgelopen negen maanden van 2020 lager is doordat er verschillende steunmaatregelen van de overheid zijn om bedrijven en instellingen niet failliet te laten gaan. “Daarnaast doen banken door de crisis ook niet zo moeilijk over betalingen. Zij geven bijvoorbeeld uitstel van rente en aflossing.”

Met het vergelijken van het aantal faillissementen per maand moet men voorzichtig zijn volgens Bouman. Het aantal faillissementen kan namelijk toeval zijn en het is afhankelijk van het aantal zittingsdagen van de rechtbank. Zo is het opvallend dat er in augustus 2020 weinig faillissementen zijn in vergelijking met augustus 2019 en de andere maanden.

Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS vult aan: “Wij houden een telling bij van alle faillissementen die kantonrechters uitspreken. Het is alleen zo dat de meeste kantonrechters een vaste zittingsdag in de week hebben, bijvoorbeeld iedere dinsdag of woensdag. Het is dus afhankelijk hoe de jaarkalender in elkaar zit, sommige maanden hebben vier dinsdagen en andere vijf.” Als je van maand tot maand naar de ontwikkeling van faillissementen kijkt, kan het aantal faillissementen opeens heel erg stijging of dalen, terwijl dat gewoon het effect is van het aantal zittingsdagen in die maand. Het CBS publiceert ook de gecorrigeerde cijfers voor zittingsdagen. Bij de gepubliceerde cijfers over het totaal aantal faillissementen is er al rekening gehouden met aantal zittingsdagen.

Exclusief eenmanszaken

Eenmanszaken zijn er veel van in Nederland en daar gaan er veel van failliet of doen het juiste een lange tijd heel goed vertelt Bouman. Als je wil weten hoe groot het gevolg is voor de economie kan je beter kijken naar faillissementen exclusief eenmanszaken. Van Mulligen voegt dan ook toe: “Eenmanszaken zijn meestal zzp’ers en zelfstandige winkeliers, als zij failliet gaan is dat anders dan wanneer een heel bedrijf failliet gaat waar tientalen mensen in een keer geen werk meer hebben.”

In deze staafgrafiek is te zien welke bedrijfstakken te maken hebben met veel faillissementen of waar het aantal juist stabiel blijft.

Opvallend 

Bouman vindt het heel logisch dat er nu zoveel horeca failliet gaat door de coronacrisis (2019: 146 tegenover 194 in 2020). Bouman: “De horeca is natuurlijk een tijd dicht geweest en nog steeds durven niet alle mensen naar binnen, men moet 1,5 meter afstand houden en er kunnen minder mensen tegelijk naar binnen. Dat daardoor horeca failliet gaan durf ik te wijten aan de coronacrisis.”

De bedrijfstak bouwnijverheid en verhuur en handel in onroerend goed een klein verschil (bouwnijverheid 2019: 202 en 2020: 209 en vervoer en handel onroerend goed 2019: 33 en 2020: 35). Deze sectoren zijn gewoon doorgegaan in de crisis verteld Bouman. “De bouwnijverheid hebben niet zo’n last van de coronacrisis, zij hebben eerder last van het stikstofdossier, daarnaast mogen zij op minder dan 1,5 meter van elkaar werken en de huizenprijzen blijven nog steeds stijgen.”

Verantwoording van de gemaakte datavisualisatie:

De gebruikte data zijn afkomstig van Statline, dit is de databank van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Het CBS biedt cijfers over de Nederlandse economie en samenleving.
Dit zijn de links naar de volledige datasets in Statline die voor deze datavisualisatie zijn gebruikt:

 De gesproken bronnen in deze datavisualisatie zijn:

  • Mathijs Bouman, hij is econoom en journalist, Bouman werkt als vaste columnist bij Het Financieele Dagblad en is daarnaast ook redacteur bij het nieuwsprogramma Nieuwsuur.
  • Peter Hein van Mulligen, hij is hoofdeconoom en woordvoerder economie en arbeidsmarkt van het CBS.

Mini-docu: Geadopteerd en opzoek naar biologische familie

Wen Xin van der Linden | 15 oktober 2020 | Burger, politiek en maatschappij

Minke en haar zus Ida via een videocall.
Foto: Wen Xin van der Linden

Minke is geadopteerd uit China en is nu opzoek naar haar biologische familie. Daarom heeft ze haar dna laten registreren in een internationale databank. Het resultaat is tot zover een biologische zus die in Denemarken is opgegroeid. Hoe was dat voor haar en willen ze samen al de volgende stap zetten in de zoektocht naar hun biologische ouders in China?

Would you like to see the mini-docu with English subtitles? Click here

Minke has been adopted from China and is looking for her biological family. That is why she has registered her DNA in an international database. The result so far is a biological sister who grew up in Denmark. How did she experience that and do they want to take the next step together in the search for their biological parents in China?

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag